Stadswarmte
Over datacenters, leidingen en vervangen
Stadswarmte noemen we ook wel stadsverwarming, restwarmte, warmtedistributie of warmtenet. Het is eigenlijk geen echte energiebron. Want het is warmte die er al is. Afkomstig van fabrieken, afvalcentrales of bijvoorbeeld datacenters. Allemaal gebouwen waar veel warmte vrijkomt. Bij stadswarmte gaat die warmte niet verloren, maar wordt het gebruikt voor verwarming van huizen en bedrijven.
Daarvoor is een warmtenet nodig dat via een verdeelstation naar alle huizen gaat. In de leidingen zit water dat in het verdeelstation wordt opgewarmd met restwarmte. In de huizen verwarmt het de centrale verwarming en het water. Eenmaal afgekoeld keert het water via een andere leiding weer terug. Stadswarmte heet zo omdat het alleen in dicht bewoonde gebieden loont om zo’n warmtenet aan te leggen.
Stadswarmte is pas echt duurzaam als de bedrijven waar de warmte vandaan komt ook duurzame bronnen gebruiken. Zeker bij fabrieken is dat nog lang niet overal het geval. Toch is het ook dan beter om de restwarmte te benutten voor stadverwarming in plaats van deze gewoon in de lucht te laten verdwijnen. Stadswarmte is ook een goede manier om aardgas in huizen te vervangen. Met warmtepompen alleen redden we dat niet.
Meer weten?
Hoe werkt stadswarmte?
Bij de verbranding van afval of bij de productie van elektriciteit komt erg veel warmte vrij. Deze warmte wordt opgevangen en gebruikt om water te verwarmen. Via een ondergrondse leiding gaat het hete water naar een verdeelstation, het warmteoverdrachtstation. Er liggen altijd twee leidingen naast elkaar. Eén voor het aanvoeren van het hete water en één voor de terugweg van het afgekoelde water. In het warmteoverdrachtstation geeft het water zijn warmte af aan een andere leiding met water. Dat zorgt ervoor dat het water de goede temperatuur en druk heeft als het bij de mensen thuis aankomt. Het water gaat via een net van leidingen naar bedrijven en woningen in de buurt. De leidingen zijn op een speciale manier geïsoleerd, zodat er bijna geen warmte verloren gaat. Eenmaal aangekomen in de woningen en bedrijven warmt het water het leidingwater en de verwarming op. Het afgekoelde water stroomt terug door het leidingnet en wordt via het verdeelstation weer afgevoerd naar de centrale. Daar wordt het opnieuw verwarmd en zo gaat het maar door.
1. Woonwijk
In woonwijken verwarmt de restwarmte kraanwater en verwarmingen. Het afgekoelde water stroomt weer terug.
2. Datacenters
In datacenters komt veel warmte vrij. Zonde om daar niets mee te doen.
3. Water blijft warm
Het water blijft lekker warm omdat de leidingen goed zijn geïsoleerd.
4. Biomassa
De biomassa voor een centrale bestaat uit afvalhout, snoeiresten of geperste houtkorrels.
5. (Afval)energiecentrale
Bij het opwekken van energie ontstaat hete stoom (restwarmte). De stoom warmt water op tot wel 120 ˚C. Een ondergrondse leiding brengt het hete water naar een warmteoverdrachtstation. Daarnaast ligt een tweede leiding die het afgekoelde water terugbrengt.
6. Warmteoverdrachtstation
De warmte uit de centrale verwarmt hier het water voor woningen en kantoren. De juiste temperatuur en druk zijn belangrijk. Het afgekoelde water komt na gebruik voor verwarming van huizen en gebouwen hier weer terug en wordt opnieuw verwarmd.
7. Kantoren
In kantoren en bedrijven verwarmt de restwarmte kraanwater en verwarmingen. Het afgekoelde water stroomt weer terug.
8. Geothermie
Hoe dieper in de aarde, hoe warmer het is. Door heel diep te boren halen we straks die warmte naar boven.
9. Waterstof
In de toekomst kunnen centrales, die nu op gas of afval draaien, waterstof als brandstof gebruiken.
10. Zonnecollectoren
Met behulp van zonnecollectoren verwarmt de zon het water van de stadsverwarming.