Energiearmoede

De gasprijzen in Nederland stijgen. Ook onze energierekening en dagelijkse boodschappen worden duurder. In Nederland halen we namelijk nog veel elektriciteit uit gas. En dat is weer nodig voor de productie van onze boodschappen, zoals kastomaten en komkommers. Deze stijgende prijzen leiden tot inflatie: voor dezelfde euro kopen we nu minder dan een jaar eerder.

Door inflatie groeit de energiearmoede in Nederland. Bij energiearmoede gaat wel 13-20% van het inkomen op aan energiekosten in plaats van 5%. Dat is een te groot deel. Mensen met een lager inkomen kunnen daardoor vaker hun energierekening niet betalen. Ook mensen met een slecht geïsoleerde woning komen in de problemen. Hun huis heeft meer energie nodig om te functioneren. Om geldproblemen te voorkomen, gaan zij onder-consumeren. Ze zetten de verwarming uit, douchen koud en koken zo min mogelijk op gas. Dit gaat veel verder dan energiebesparende maatregelen en kan leiden tot een slechte gezondheid en sociaal isolement. Je vrienden uitnodigen in een koud huis is immers niet aantrekkelijk. Energiearmoede heeft zo verstrekkende gevolgen.

Ook mensen die niet mee kunnen doen aan de energietransitie vallen onder de categorie ‘energiearm’. Dit zijn mensen die een woning huren en niet zelf hun huis kunnen verduurzamen. Zij zijn namelijk afhankelijk van de verhuurder. Of mensen die geen geld hebben voor isolatie of een warmtepomp. En dat terwijl deze energiebesparende maatregelen juist voorkomen dat deze groep straks ook de energierekening niet meer kan betalen.