Grote gevolgen

De gevolgen van klimaatverandering lees je dagelijks in de krant: bosbranden, overstromingen, bedreigde dieren en planten. Het begint allemaal met de stijging van de temperatuur. De afgelopen 150 jaar is de aarde gemiddeld 1 graad warmer geworden. Dat lijkt weinig, maar is veel. Zeker als je bedenkt dat het op sommige plekken minder is opgewarmd en op andere plekken meer. De stijging van de temperatuur gaat gestaag verder. De kans is groot dat er deze eeuw nog 1 tot 3 graden bijkomen.

Door de opwarming smelt het ijs op de polen en in de bergen. En daardoor wordt het nog warmer. Dat komt doordat de Noordpool minder wit wordt en steeds minder zonlicht weerkaatst. Het donkere zeewater neemt meer warmte op. Smeltend landijs zorgt voor stijging van de zeespiegel. Maar het water stijgt ook doordat warmer water meer ruimte nodig heeft. Tot nog toe gaat de stijging niet hard, enkele millimeters per jaar. Maar als het op Groenland en Antarctica zo doorgaat kan de zeespiegel nog deze eeuw één of twee meter hoger zijn. 

Door de opwarming wordt het weer extremer. Er komen meer hittegolven en er verdampt meer water. Daardoor worden droge gebieden droger en natte gebieden natter. De extra waterdamp in de lucht zorgt ervoor dat wolken hoger worden. Hogere wolken zorgen voor extremer weer. Stormen worden zwaarder. Druppels en hagelstenen worden groter. Er is meer onweer, wat in combinatie met droogte tot meer bosbranden leidt: een groot gevaar voor mens en natuur.