Overtuig een ander
Er bestaan verschillende meningen over klimaatverandering en de overgang naar schone energie. Vooral jongeren organiseerden protestmarsen en schoolstakingen om hun mening te laten horen. Er zijn voortdurend discussies in de politiek, praatprogramma's en op social media.
Lastig daarbij is, dat feiten en standpunten voortdurend door elkaar lopen. Feiten zijn zaken die iemand (jijzelf, een wetenschapper, een journalist) kan bewijzen. Een feit is bijvoorbeeld dat de temperatuur op aarde gemiddeld stijgt en dat de uitstoot van broeikasgassen daar een belangrijke oorzaak van is. Op basis van feiten kun je een mening of een standpunt vormen. Een standpunt is bijvoorbeeld dat we de uitstoot van broeikasgassen tegen moeten gaan. Een ander standpunt is dat het veel te duur is om maatregelen tegen klimaatopwarming te nemen.
Je krijgt van je docent een standpunt. Dit standpunt ga je in een debat verdedigen. Het gaat er dus niet om of je het eens bent met de stelling of niet: je doet alsof je het ermee eens bent. Eerst ga je op zoek naar argumenten die het standpunt ondersteunen. Probeer daarbij zoveel mogelijk feiten te vinden. Zoek ook naar feiten die juist tegen het standpunt ingaan: de kans is groot dat degene waarmee je debatteert deze feiten gebruikt. Je moet dan iets terug kunnen zeggen.
Het debat verloopt als volgt:
1. Beide partijen krijgen één minuut om hun standpunt uit te leggen en te onderbouwen. Hierbij mag niemand ze in de rede vallen.
2. De partijen discussiëren één minuut alleen met elkaar. Ze proberen aan de ander uit te leggen waarom hun eigen argumenten beter zijn.
3. Na de eerste minuut mag de rest van de klas meediscussiëren. De docent is gespreksleider en bepaalt wie het woord heeft.