Waterstof
Over tanken, waterdamp en kansen
Waterstof is geen energiebron maar een energiedrager. Je kunt het dus zien als een soort batterij in gasvorm. Dat is vooral handig voor vervoersmiddelen. Waterstof tanken gaat veel sneller dan je elektrische auto opladen. Bovendien kom je op een volle tank een stuk verder. Daarnaast is waterstof handig om bijvoorbeeld overtollige windenergie op te slaan voor tijden waarin de wind minder waait.
Om waterstof te maken moet water gescheiden worden in waterstof en zuurstof. Daarvoor is energie nodig. Bij het gebruik van waterstof ontstaat vervolgens juist energie. Een brandstofcel maakt met behulp van zuurstof weer water van de waterstof. Daarbij ontstaat elektriciteit. En de enige afvalstof is waterdamp. Flink nadeel: bij de twee omzettingen gaat veel energie verloren.
De energie waarmee men waterstof maakt komt vaak nog van aardgas. We spreken dan van grijze waterstof. Deze manier van produceren maakt het mogelijk om de CO2 die vrijkomt af te vangen en op te slaan. Indien dat gebeurt is er sprake van blauwe waterstof. Nog mooier is natuurlijk om waterstof te produceren met behulp van groene stroom, zoals windenergie. Bij deze vorm gaat het over groene waterstof. Die is pas echt duurzaam. Vooralsnog is er echter te weinig capaciteit om veel groene waterstof te produceren en lijkt blauwe waterstof de beste kansen te hebben. De meeste proefprojecten die in het nieuws zijn gaan dan ook daarover.