Maak je werkstuk
Wordt je werkstuk 2 A4 lang of 20? Heb je een paar uur de tijd of een paar weken? Maak je er een boekje van, een website of een poster? Dat heeft veel invloed op de aanpak van je werkstuk. We gaan je hier geen hele schrijfles geven. Een paar tips hebben we wel.
Deel de informatie in
In stap 2 heb je al een mindmap gemaakt. Die kun je nu goed gebruiken om de informatie in te delen. Kijk daarvoor naar de ring woorden direct om je hoofdonderwerp heen. Kies welke daarvan je gaat behandelen. Zet ze in een logische volgorde. Dit is je hoofdstukindeling en de rode draad van je werkstuk. Onderzoek je een vraag, werk dan langzaam naar het antwoord toe.
Gebruik je eigen woorden
Gebruik de informatie die je in stap 3 hebt gevonden om je verhaal te vertellen. Natuurlijk kun je op elk moment nieuwe informatie erbij zoeken of kijken hoe het ook al weer zat. Gebruik je eigen woorden. Dus kopieer geen tekst van anderen. Daar komt je leerkracht zo achter. En bovendien wordt je werkstuk veel sterker als je het zelf vertelt. Zo begrijp je het beter en kun je de tekst helemaal afstemmen op jouw doel en doelgroep: je lezers of luisteraars.
Bouw je verhaal goed op
Zorg voor een opbouw met intro, kern en conclusie. Doe dat per hoofdstuk, maar ook in je hele werkstuk. Begin dus te vertellen waar dit werkstuk of hoofdstuk over gaat, geef daarna de echte informatie en eindig door de belangrijkste punten te herhalen.
Gebruik veel beeld
Met een foto of illustratie kun je vaak meer zeggen dan met woorden. Maak daar gebruik van. Veel foto's van internet mag je gebruiken als je ze niet commercieel gebruikt. Deze vallen onder "Creative Commons". Je herkent ze aan dit symbool: {komt nog}
Gebruik leuke tools
Je kunt natuurlijk een papieren werkstuk inleveren. Maar je kunt er ook een website, een magazine of een digitale poster van maken. Daar hebben we wel wat handige tools voor.